drs. L.W. Verhoef
registeraccountant
Kersengaard 13
3962
JR Wijk bij Duurstede
Wijk bij Duurstede, 7 juni 2011
De gemeenteraad van
gemeente Rotterdam
Postbus 70012
3000
KP Rotterdam
Betreft:
Jaarrekening 2010 van gemeente Rotterdam
Geachte Raad,
Voor u als gemeenteraad is de
jaarrekening van uw gemeente een belangrijk document: hiermee legt
het college van burgemeester en wethouders rekening en verantwoording
aan u af over het gevoerde (financiële) beheer en verder is de
jaarrekening voor u een belangrijk toetsingsmiddel voor de
betrouwbaarheid van de begrotingen. Op basis van deze jaarrekeningen
en begrotingen beslist u over de hoogte van de gemeentelijke
belastingen en over het wel of niet doorgaan van belangrijke
activiteiten. Ook voor de (geïnteresseerde) burgers is de
jaarrekening een belangrijk document: d.m.v. de jaarrekening legt het
gemeentebestuur al dan niet met uw instemming aan de burgers rekening
en verantwoording af over de besteding van de belastinggelden en het
gevoerde (financiële) beheer. Het is dus erg belangrijk dat de
jaarrekening en de begroting betrouwbaar zijn.
Ik doe al enige jaren onderzoek
naar jaarrekeningen van gemeenten en provincies. Mijn conclusie is
dat de jaarrekeningen van veel gemeenten en provincies onbetrouwbaar
en dus misleidend zijn. Ondanks de goedkeurende
accountantsverklaringen daarbij die het tegendeel beweren.
Veelal geldt dat voor de
presentatie van de baten en de lasten en het saldo daarvan. Het geldt
veelal ook voor de presentatie van de financiële positie.
Het geldt ook voor de
jaarrekening 2010 van gemeente Rotterdam.
De rekening van baten en lasten
over 2010 sluit met een nadelig saldo van opbrengsten en kosten van €
58 miljoen. In werkelijkheid leed de gemeente een verlies van € 445
miljoen (info). Er wordt dus € 387 miljoen verzwegen.
En al eerder:De
rekening van baten en lasten over 1998 sloot met een saldo van € 15
miljoen. Het werkelijke saldo was € 45 miljoen. Er werd dus € 30
miljoen verzwegen.
De
rekening van baten en lasten over 1999 sloot met een saldo van € 0
miljoen. Het werkelijke saldo was € 237 miljoen. Er werd dus €
237 miljoen verzwegen.
De
rekening van baten en lasten over 2000 sloot met een saldo van € 17
miljoen. Het werkelijke saldo was € 172 miljoen. Er werd dus €
155 miljoen verzwegen.
De
rekening van baten en lasten over 2001 sloot met een saldo van € 28
miljoen. Het werkelijke saldo was een tekort van € 29 miljoen. Er
werd dus € 57 miljoen verzwegen.
De
rekening van baten en lasten over 2002 sloot met een saldo van € 16
miljoen. Het werkelijke saldo was € 90 miljoen. Er werd dus € 74
miljoen verzwegen.
De
rekening van baten en lasten over 2003 sloot met een saldo van € 39
miljoen. Het werkelijke saldo is € 156 miljoen. Er werd dus € 117
miljoen verzwegen.
De
rekening van baten en lasten over 2004 sloot met een saldo van €
104 miljoen. Het werkelijke saldo was € 152 miljoen. Er werd dus €
48 miljoen verzwegen.
De rekening van baten en lasten
over 2005 sloot met een saldo van € 92 miljoen. Het werkelijke
saldo was € 94 miljoen. Er werd dus € 2 miljoen verzwegen.
De rekening van baten en lasten
over 2006 sloot met een saldo van € 150 miljoen. Het werkelijke
saldo van de opbrengsten en de kosten was € 567 miljoen. Er werd
dus € 417 miljoen verzwegen.
De rekening van baten en lasten
over 2007 sloot met een voordelig saldo van € 55 miljoen. Het
werkelijke saldo van de opbrengsten en kosten was nadelig € 9
miljoen. Er werd dus € 64 miljoen verzwegen.
De rekening van baten en lasten
over 2008 sloot met een voordelig saldo van € 61 miljoen. In
werkelijkheid was er een nadelig saldo van € 31 miljoen. Er werd
dus € 92 miljoen verzwegen.
De rekening van baten en lasten
over 2009 sloot met een voordelig saldo van opbrengsten en kosten van
€ 60 miljoen. In werkelijkheid leed de gemeente een verlies van €
189 miljoen. Er werd dus € 249 miljoen verzwegen.
Opvallend:
Over de periode 2007-2010 werd
ieder jaar een hoger saldo van opbrengsten en kosten gepresenteerd
dan wat het in werkelijkheid was. Er werd een voordelig saldo van
opbrengsten en kosten gepresenteerd van € 118 miljoen. In
werkelijkheid was er een nadelig saldo van € 674 miljoen. Een
verschil derhalve van € 792 miljoen.
Bovenstaande cijfers krijgen
reliëf als men bedenkt dat de opbrengst van de
Onroerendezaakbelasting in 2010 een bedrag was van € 171 miljoen.
Ook de weergave van de
financiële positie is verre van juist. In de balans bijvoorbeeld
zijn de vaste activa te laag weergegeven, onder de verplichtingen
komen bedragen voor die in het geheel geen verplichtingen zijn, en
anderzijds ontbreken wèl bestaande verplichtingen. Het betekent ook
dat de hiermee samenhangende kosten (zoals afschrijvingskosten,
personeelskosten, verschillende onderhoudskosten) verkeerd in de
rekening zijn opgenomen. Aan de jaarrekening zelf is dus wèl te
ontlenen dat het saldo van de baten en de lasten niet het
gesuggereerde bedrag van € 58 miljoen is, maar stelt niet in staat
te zien wat dan het saldo van de baten en de lasten wèl is.
Wat als saldo van baten en
lasten wordt gepresenteerd, is niet het werkelijke saldo,
verschillende baten en lasten worden verkeerd gepresenteerd, en wat
als financiële positie wordt gepresenteerd, is niet de werkelijke
financiële positie. Dat betekent dat de jaarrekening totaal
onbruikbaar is als verantwoordings- en sturingsinstrument en dus
alleen maar bruikbaar is in de openhaard.
In de jaarrekening en het
jaarverslag 2010 komt ook heel veel onzin voor, bijvoorbeeld waar het
gaat over reserves, over voorzieningen, over een "resultaat"
dat het resultaat niet is, en een "rekeningresultaat" en
een "exploitatieresultaat" (er is maar één resultaat en
dat is het resultaat, i.c. het saldo van de baten en de lasten), over
zoiets als een "programmarekening" (zoiets heet in gangbaar
Nederlands een rekening van baten en lasten of een
winst-en-verliesrekening), over paragrafen die geen paragrafen zijn,
over zoiets als "weerstandsvermogen" en
"weerstandscapaciteit" met zelfs een berekening van de
nonsens, over zoiets als "arbeidskostengerelateerde
verplichtingen", over "uitzettingen" met een of andere
"rentetypische looptijd", over zoiets als "investeringen
met een economisch nut" en "investeringen in de openbare
ruimte met een maatschappelijk nut", en een onzinnige bijlage
over zoiets als "SISA". Dit soort onzin zet alleen maar de
lezer op het verkeerde been en leidt af van waar het werkelijk over
zou moeten gaan.
Overigens adviseer ik u sterk
tot het opheffen van alle reserves, deze samen te voegen tot één
Algemene reserve, en alle baten en alle lasten op te nemen in waar ze
thuishoren, namelijk in de begroting respectievelijk in de rekening
van baten en lasten. Dat zal het inzicht in waar het echt over moet
gaan, aanmerkelijk verbeteren.
U leest er heel veel meer over
op de website www.leoverhoef.nl,
te beginnen met: "Boekhoudfraude bij gemeenten en provincies
schering en inslag". Op de website treft u mijn bevindingen over
de jaarrekeningen van Rotterdam aan in de lijst "Uw gemeente en
provincie". Deze brief en mijn eerdere correspondentie met u als
gemeenteraad over de misleidende jaarrekeningen treft u aan in
"Dossier: Rotterdam".
Volgens BBV artikel 3 moeten de
jaarstukken met name voor gemeenteraadsleden goed te begrijpen zijn.
U kunt het beste zelf beoordelen of aan deze eis is voldaan. Volgens
uw accountant heeft u hem gezegd dat u het allemaal prima begrijpt.
Hoe kan hij anders beweren dat u de jaarrekening goed begrijpt?
Graag was ik u van dienst.
Met vriendelijke groet en
hoogachting,
L.W. Verhoef