Dossier: Limburg
drs. L.W. Verhoef
registeraccountant
Kersengaard 13
3962 JR Wijk bij Duurstede

Wijk bij Duurstede, 18 juni 2008

Provinciale Staten van
provincie Limburg
Postbus 5700
6202 MA Maastricht

Betreft: Jaarrekening 2007 van provincie Limburg

Geachte Staten,

Voor u als Provinciale Staten is de jaarrekening van uw Provincie een belangrijk document: hiermee legt het college van Gedeputeerde Staten rekening en verantwoording aan u af over het gevoerde (financiële) beheer en verder is de jaarrekening voor u een belangrijk toetsingsmiddel voor de betrouwbaarheid van de begrotingen. Op basis van deze jaarrekeningen en begrotingen beslist u over de hoogte van de provinciale belastingen en heffingen en over het wel of niet doorgaan van belangrijke activiteiten. Ook voor de (geïnteresseerde) burgers is de jaarrekening een belangrijk document: d.m.v. de jaarrekening legt het provinciebestuur al dan niet met uw instemming aan de burgers rekening en verantwoording af over de besteding van de belastinggelden en het gevoerde (financiële) beheer. Het is dus erg belangrijk dat de jaarrekening en de begroting betrouwbaar zijn.

Ik doe al enige jaren onderzoek naar jaarrekeningen van gemeenten en provincies. Mijn conclusie is dat de jaarrekeningen van veel gemeenten en provincies onbetrouwbaar en dus misleidend zijn. Ondanks de goedkeurende accountantsverklaringen daarbij die het tegendeel beweren.
Veelal geldt dat voor de presentatie van de baten en de lasten en het saldo daarvan. Het geldt veelal ook voor de presentatie van de financiële positie.
Het geldt ook voor de jaarrekeningen van de afgelopen jaren (inclusief die over 2007) van provincie Limburg.

De rekening van baten en lasten over 2007 sluit met een voordelig saldo van € 17,1 miljoen. In werkelijkheid hield de provincie € 201,1 miljoen over (info). Er wordt dus € 186 miljoen verzwegen.
En al eerder:
De rekening van baten en lasten over 2000 sloot met een saldo van € 29,5 miljoen. Het werkelijke saldo was € 42,2 miljoen. Er werd dus € 12,7 miljoen verzwegen.
De rekening van baten en lasten over 2001 sloot met een saldo van € 11,0 miljoen. Het werkelijke saldo was € 19,5 miljoen. Er werd dus € 8,5 miljoen verzwegen.
De rekening van baten en lasten over 2002 sloot met een saldo van € 5,9 miljoen. Het werkelijke saldo was nadelig € 13,8 miljoen. Er werd dus € 19,7 miljoen verzwegen.
De rekening van baten en lasten over 2003 sloot met een saldo van € 13,6 miljoen. Het werkelijke saldo was € 29,9 miljoen. Er werd dus € 16,3 miljoen verzwegen.
De rekening van baten en lasten over 2004 sloot met een saldo van € 4,2 miljoen. Het werkelijke saldo was € 7,6 miljoen. Er werd dus € 3,4 miljoen verzwegen.
De rekening van baten en lasten over 2005 sloot met een nadelig saldo van € 2,8 miljoen. Het werkelijke saldo was voordelig € 0,5 miljoen. Er werd dus € 3,3 miljoen verzwegen.
De rekening van baten en lasten over 2006 sloot met een voordelig saldo van € 16,5 miljoen. Het werkelijke saldo was € 6,0 miljoen. Er werd dus € 10,5 miljoen verzwegen.

Samenvattend:
Over de periode 2000-2007 werd een overschot gepresenteerd van € 95 miljoen. Op zichzelf is dat merkwaardig, want waarom moet een provincie (zoveel) geld overhouden? In werkelijkheid was er een overschot van € 295 miljoen. Een verschil derhalve van € 200 miljoen.

Bovenstaande cijfers krijgen reliëf als men bedenkt dat de opbrengst van de opcenten Motorrijtuigenbelasting in 2007 een bedrag was van € 88,5 miljoen. Die was dus geheel en al onnodig. Geknoei in de cijfers maskeert dat.

Ook de weergave van de financiële positie is verre van juist. In de balans bijvoorbeeld zijn de vaste activa te laag weergegeven, onder de verplichtingen komen bedragen voor die in het geheel geen verplichtingen zijn, en anderzijds ontbreken wèl bestaande verplichtingen. Het betekent ook dat de hiermee samenhangende kosten (zoals afschrijvingskosten, personeelskosten, verschillende onderhoudskosten) verkeerd in de rekening zijn opgenomen.
Aan de jaarrekening zelf is dus wèl te ontlenen dat het saldo van de baten en de lasten niet het gesuggereerde bedrag van € 17,1 miljoen is, maar stelt niet in staat te zien wat dan het saldo van de baten en de lasten wèl is. Dat betekent dat de jaarrekening alleen maar bruikbaar is in de openhaard.

In de jaarrekening en het jaarverslag 2007 komt ook heel veel onzin voor, bijvoorbeeld waar het gaat over reserves, over voorzieningen, over een "resultaat voor bestemming" en een "resultaat na bestemming" (er is maar één resultaat en dat is het resultaat, i.c. het saldo van de baten en de lasten), over zoiets als een "programmarekening" (zoiets heet in gangbaar Nederlands een rekening van baten en lasten of een winst-en-verliesrekening), over paragrafen die geen paragrafen zijn, over zoiets als "weerstandsvermogen" en "weerstandscapaciteit", over treasury, over een of ander niet relevant "EMU-saldo", over een financiële positie van een niet bestaand Grondbedrijf, over zoiets als "investeringen met een economisch nut" en "investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut", en een onzinnige bijlage over zoiets als "Single Information Single Audit". Dit soort onzin zet alleen maar de lezer op het verkeerde been en leidt af van waar het werkelijk over zou moeten gaan.
Overigens adviseer ik u sterk tot het opheffen van alle reserves, deze samen te voegen tot één Algemene reserve, en alle baten en alle lasten op te nemen in waar ze thuishoren, namelijk in de begroting respectievelijk in de rekening van baten en lasten. Dat zal het inzicht in waar het echt over moet gaan, aanmerkelijk verbeteren.

Het valt op dat de provincie in belangrijke mate een beleggingsinstelling is geworden. De provincie heeft ruim € 200 miljoen overtollige geldmiddelen belegd in leningen en depositorekeningen e.d. Dat is allemaal opgepot onnodig geheven belastinggeld!

U leest er heel veel meer over op de website www.leoverhoef.nl, te beginnen met: "Boekhoudfraude bij gemeenten en provincies schering en inslag". Op de website treft u mijn bevindingen over de jaarrekeningen van Limburg aan in de lijst "Uw gemeente en provincie". Deze brief en mijn eerdere correspondentie van de afgelopen jaren met u over de misleidende jaarrekeningen treft u aan in "Dossier: Limburg".

Volgens BBV artikel 3 moeten de jaarstukken met name voor statenleden goed te begrijpen zijn. U kunt het beste zelf beoordelen of aan deze eis is voldaan. Volgens uw accountant heeft u hem gezegd dat u het allemaal prima begrijpt. Hoe kan hij anders beweren dat u de jaarrekening goed begrijpt?

Graag was ik u van dienst.

Met vriendelijke groet en hoogachting,

L.W. Verhoef